Het boek dat je echt gelukkig maakt, roept beelden op die afkomstig lijken uit de mooiste Italiaanse films, zoals Novecento of La meglio gioventù. Gedroomde tijd – oorspronkelijke titel Il dolore perfetto – van de Italiaanse schrijver Ugo Riccarelli maakt elke verfilming overbodig. In Gedroomde tijd zie je alles zó voor je. Toscane met zijn golvende landschap en schitterende heuvels. De strijd tussen fascisten en anarchisten, verteld aan de hand van twee families die op een pijnlijke manier met elkaar te maken krijgen. In de meer welvarende familie Bertorelli ritselt het van de tragische gevallen. Neem Ulisse, een van de drie broers Bertorelli, die zich in zijn varkensstal verhangt. Ulisse had geen gelukkig huwelijk. Zijn vrouw Rosa hield niet van varkens. Wel van de heuvel, waar ze dagenlang naar kon staren, en waarop tien prachtige cipressen stonden. Op een zondag, als Rosa met haar kinderen en zus naar de mis vertrokken is, hakt Ulisse in zijn razernij alle cipressen om.

Riccarelli grossiert in beeldende geboorte- en sterfscènes. De mooiste passage gaat over een man die na vijftig jaar terugkeert. Zijn tweelingzuster herkent hem direct. Hij moet veel hebben meegemaakt, maar zwijgt in alle talen. Hij is vervuild, gerimpeld, verborgen achter een masker van stof en tijd. Aanvankelijk wil de familie hem niet in huis nemen. Twee nichtjes besluiten hem in een wastobbe onder handen te nemen. De man krijgt een jong gezicht, maar overleeft de wasbeurt niet. Voor zijn tweelingzus, de vertelster, is het leven dan ook bijna afgelopen. Questa è la vita. Zo is het leven. Als je het boek uit hebt, wil je alles van de Italiaanse geschiedenis weten of, nog liever vandaag dan morgen, naar Italië trekken.