
Wat achteraf als de ‘bestorming van de Rijksdag’ over de wereld is gegaan, wat door Duitse politici in dramatische bewoordingen werd veroordeeld als een ‘aanslag op de democratie’, begon op 29 augustus met een toespraak die in andere tijden vooral als ‘curieus’ zou zijn gekwalificeerd. Op een klein podium op het veld voor het Duitse parlementsgebouw staat Tamara Kirschbaum, een jonge vrouw met dreadlocks, met een microfoon in de hand. Ze zegt dat ‘de politie hun helmen hebben afgedaan’ en dat ‘Donald Trump in Berlijn is geland’. Met overslaande stem roept ze: ‘Wij hebben bijna gewonnen! Wij gaan zo meteen daar naar boven, en halen ons huis terug! Wij laten president Trump zien dat wij de wereldvrede willen, en dat wij er genoeg van hebben!’ Dan stapt ze van het podium, voegt zich bij een paar anderen die in alle rust de omheining opzij zetten, en al snel groeit de groep op de trappen van de Rijksdag aan tot ongeveer vierhonderd demonstranten.
Rechts-extremisten noemt bondspresident Frank-Walter Steinmeier deze actievoerders, die de demonstratie tegen het coronabeleid van de bondsregering vorige week zaterdag hebben weten te domineren. Maar dat is in feite te ouderwets uitgedrukt voor deze mengelmoes van splintergroeperingen die hier op de trappen samen is gekomen.
De demonstranten zwaaien met Duitse, Russische en Amerikaanse vlaggen, maar vooral met heel veel zwart-wit-rode vlaggen, de kleuren van het voormalige Duitse keizerrijk. Een groot deel van de deelnemers zou je dan ook onder de snel groeiende ‘Reichsbürger’-beweging kunnen scharen, een verzamelbegrip voor allerlei eenlingen en kleine groeperingen die de Duitse staat niet zeggen te erkennen. Een deel verlangt naar een autoritaire staat, een ander deel wil juist ‘autark’ zijn, weer anderen eisen nauwe banden met Rusland of juist met Trump, terwijl nog weer anderen over een gewapende strijd tegen het gezag fantaseren. Maar bovenaan op de trappen zweven dan weer twee ballonnen in hartjesvorm en in het midden draagt iemand een regenboogvlag met ‘vrede’ erop.
In Tamara Kirschbaum, afkomstig uit de regio rond Aken, komen dit soort ongebruikelijke tegenstellingen samen. Ze werkt als antroposofische Heilpraktikerin, een beroep dat in Duitsland, ondanks het ontbreken van een medisch diploma ervoor, bij het links-alternatieve publiek op grote populariteit kan rekenen. Ze is alleen óók actief bij Qlobal-Change, een onderdeel van de internationale QAnon-beweging, waarvan de meestal extreem-rechts georiënteerde leden menen dat ‘verlosser’ Donald Trump door een ‘deep state’ wordt tegengewerkt en dat een mondiale elite kinderen ontvoert, misbruikt en vermoordt.
Als Kirschbaum en de anderen eenmaal boven zijn, wordt de heroïek luid juichend uitgedragen. ‘Wij zijn de tweede golf’, staat op een protestbord van een van de bestormers. Het is een toespeling op de mogelijke tweede coronagolf, die volgens deze sceptici natuurlijk onzin is. In plaats daarvan zijn zíj er, de demonstranten.
In zekere zin hebben ze gelijk: de vierhonderd boven aan de trappen liften mee met een veel grotere beweging. Volgens de politie hebben veertigduizend deelnemers in Berlijn tegen de coronarestricties gedemonstreerd. Ter vergelijking: in Parijs zijn er slechts een paar honderd van dergelijke demonstranten, net als in Nederland. Daarmee is er in Duitsland een nieuwe protestcultuur ontstaan, waarin groepen samenkomen die tot voor kort als gescheiden werelden werden gezien: links en rechts, esoterische alternatievelingen en extreem-rechtse bewegingen, Zuid-Duitse en Oost-Duitse Wutbürger, gematigden en radicalen.
Even verderop staat Michael Ballweg op het grootste podium van vandaag. Ballweg is een IT-ondernemer uit Stuttgart en de oprichter van ‘Querdenken 711’, dat kan worden vertaald als ‘tegen de stroom in denken’, waarbij de cijfers voor het netnummer van Stuttgart staan. Querdenken heeft vandaag de grootste demonstratie aangemeld, zoals het dat de afgelopen maanden steeds heeft gedaan. Het begon in april met de eerste demonstraties in Stuttgart in de Zuid-Duitse deelstaat Baden-Württemberg, daarna kreeg de beweging afsplitsingen in andere Duitse steden.
Ballweg, 45 jaar, jeugdig uiterlijk, distantieert zich van de bestorming van de Rijksdag. Die radicalen hebben met zijn beweging, die hij als gematigd tussen links en rechts plaatst, helemaal ‘niets te maken’. De meeste aanwezigen hier benadrukken dat ze ‘normale burgers’ zijn. Het gaat hun slechts om ‘vrijheid’. ‘Zelf denken in plaats van laten denken’, toont een deelnemer zijn protestbord. Er is zelfs een groepje Nederlanders, dat desgevraagd door de Russische RT-zender in Nederlands-Duits-Engels laat weten: ‘Wij zijn gekomen om voor onze vrijheid te strijden.’
Veel aanwezigen bedoelen ‘vrijheid’ niet-ideologisch; het gaat hun simpelweg om de ‘bevrijding’ van de opgelegde coronarestricties, waarvan ze de zin betwijfelen. Querdenken wil echter meer dan deze deelnemers vaak weten – en schuwt radicaal taalgebruik daarvoor niet. Op het podium spreekt via een videoboodschap Ken Jebsen, het belangrijkste gezicht van KenFM, een internetradiozender die eerder opviel door complottheorieën rond 9/11 en Israël, en nu mediapartner van Querdenken is. Jebsen zegt, verwijzend naar een demonstratieverbod dat een wethouder had geopperd: ‘In deze stad heeft men de burgers ook voor 1989 al verboden tegen de regering te demonstreren. Het wordt tijd dat we een democratische regering krijgen, want die hebben we niet.’
Jebsen weet wat hij doet. De suggestie van een ‘derde Duitse dictatuur’ komt hier goed aan. Het is niet voor niets dat vandaag op veel plekken leuzen te horen zijn die direct uit het revolutiejaar 1989 stammen, waarvan ‘Wir sind das Volk’ de bekendste is, de leus die sinds de Pegida-beweging van 2015 tot het standaardrepertoire van veel Oost-Duitse burgerwoede is gaan behoren. Het Zuid-Duitse Querdenken doet bewust mee aan deze ‘revolutie’-romantiek. Ballweg wil dat de bondsregering aftreedt (hij wil zelf burgemeester van Stuttgart worden), hij heeft bij een eerder optreden een QAnon-spreuk geciteerd, en hij wil niets minder dan een compleet nieuwe grondwet schrijven.
Alleen: de feiten zijn beduidend anders dan door de Querdenkers wordt beweerd. Niet alleen vallen de Duitse restricties in internationaal vergelijk best mee, ook staat volgens een recente zdf-peiling zestig procent van de Duitsers achter het huidige regeringsbeleid, terwijl daarbovenop 28 procent vindt dat de maatregelen nog wel strenger zouden mogen. Tien procent vindt ze overdreven, waarvan hier een klein percentage rondloopt.
De demonstranten ontkennen deze cijfers. De ‘mainstream media’ spelen met de regering onder een hoedje, weten ze, er zijn namelijk miljoenen demonstranten. ‘Waarheid! Waarheid!’ schreeuwt een groep demonstranten tegen een Duitse tv-journaliste voor de camera. Dan roepen ze de Trump-slogan: ‘Fake news, Fake news!’ En natuurlijk de Pegida-term: ‘Lügenpresse!’
Het laat de nieuwe rituelen van de opstand zien, zoals die de laatste paar jaar aan de randen van de Duitse politieke cultuur zijn opgekomen; begonnen als reactie op het vluchtelingenbeleid van Angela Merkel, maar achteraf gezien deel van een veel grotere onvrede, ontstaan uit zorgen over globalisering, over de eigen toekomst en over de als diffuus ervaren werkelijkheid van de 21ste eeuw.
Corona heeft deze fronten van de afgelopen jaren verscherpt. Aan de ene kant is de meerderheid van de Duitsers zelden zo loyaal aan het regeringsbeleid geweest en is Angela Merkel populairder dan ze lange tijd was. Aan de andere kant zijn de groepen die toch al sceptisch waren nu nóg sceptischer. Corona heeft hun onzekerheden over ‘controleverlies’, zoals een Spiegel-columnist het omschrijft, doen toenemen – en het verlangen naar eenvoudige antwoorden ook.
Het coronaprotest is het ‘ventiel’ voor een onbestemde woede tegen ‘het systeem’ geworden, zegt de Münchener politicoloog Armin Nassehi in een interview. Veel van de huidige demonstranten zouden ook met andere aanleidingen de straat op gaan, ‘zolang het maar tegen de elite gericht is’.
Je zou het protest makkelijk als een Duits luxeprobleem terzijde kunnen schuiven: in het land waarin relatief weinig coronadoden zijn gevallen kunnen de demonstranten de pandemie nog onderschatten. Maar voor relativering heeft de nieuwe protestcultuur toch te radicale randjes.
Een van de hoofdsprekers bij Querdenken is vandaag Robert F. Kennedy jr., neef van de vermoorde Amerikaanse president, hier in zijn rol als tegenstander van inenten. Zijn optreden sluit aan bij een flinke groep ‘vaccinatieweigeraars’ uit esoterische en antroposofische hoek. Die groep is sowieso al groot in Duitsland, maar de afgelopen maanden vermengen velen van hen de vaccinatieweigering met complottheorieën, zoals die rond Bill Gates, die corona zou hebben ontwikkeld om bij iedereen een chip in te planten die hem controle over de mensheid zou geven.
Boven aan de trappen van de Rijksdag komen daarmee radicalen uit twee groepen samen: extreem-rechtse Reichsbürger én alternatieve esoterici. Die combinatie wekt eerst verwondering, maar de historische banden tussen extreem-rechts en esoterie zijn groot, zegt extremisme-onderzoeker Jan Rathje in de Berlijnse krant Der Tagesspiegel. Hij plaatst de oorsprong ervan in een gemeenschappelijk verleden eind negentiende eeuw, waar beide stromingen dezelfde tegenstander hadden: de modernisering. Esoterici legden de wortel van het kwaad bij de industrialisering, rechts-radicalen bij het ‘kapitalistische jodendom’. ‘Beide stromingen geloven dat er een vermeend natuurlijke orde is, die tegen de negatieve kanten van de modernisering moet worden verdedigd.’ En alleen zij weten wat de ‘volkswil’ is, die deze orde weer kan herstellen.
Een ‘spontane actie’ heeft Tamara Kirschbaum de bestorming na afloop genoemd. Nieuw onderzoek van onder andere weekblad Der Spiegel laat echter zien dat de actie al langer gepland was. De eerste ideeën ervoor stammen van een deelnemer in een chatgroep rond Attila Hildmann, ooit een succesvolle veganistische kok uit Berlijn, maar sinds de coronacrisis een van de bekendste aanvoerders van radicale demonstranten.
Radicalisering blijkt in coronatijd snel te kunnen gaan. Op YouTube heeft ene Markus Huck meer dan een half uur videomateriaal van zijn deelname aan de ‘bestorming van de Rijksdag’ gepost. Volgens zijn LinkedIn-profiel, waar hij de video ook toont, is hij IT-specialist. Hij postte de afgelopen jaren op YouTube slechts filmpjes van zijn vakantie in Thailand en van een jazzfestival in zijn pittoreske dorpje in Baden-Württemberg. Een maand geleden verschenen de eerste berichten met Reichsbürger-gedachtes en op 29 augustus staat hij ineens schreeuwend van gelukzaligheid boven aan de trappen.
Huck richt de camera af en toe op zichzelf, een blozende, middelbare man met grijze krulletjes. Dan doet hij een sjaal voor zijn gezicht met daarop de Reichsflagge met het militaire ‘ijzeren kruis’, een geliefd symbool bij rechts-radicalen. ‘Wat een dag!’ zegt een van de demonstranten in het groepje dat met hem mee terug loopt. Een keurig ogende dame met een handtasje loopt voor hem uit. Dreigend roept ze richting de politieagenten: ‘Wij komen terug!’