Schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie in ‘Sign of the Times’

Met snerpende trompet en felle paukenslag begint de documentaire EO-serie Sign of the Times die ‘een vrouwelijk perspectief op A Man’s World‘ geeft. ‘De wereld is altijd gevaarlijk geweest’, zegt de Hongaarse filosofe Agnes Heller. Zij kan het weten want ze overleefde ternauwernood de nazi’s en hun Hongaarse handlangers, de Pijlkruisers. Haar ouders niet. De openingsbeelden van de eerste aflevering (over ‘democratie’) zijn dan ook die van metalen schoenen aan de oever van de Donau in Boedapest, monument ter herinnering aan die joden die schoenen uit moesten trekken voordat ze de rivier in geschoten werden. Heller wijst erop dat ons collectief geheugen slecht is en de continue lijn van onrecht naar gerechtigheid wishful thinking.

Prompt denk ik aan archeologische vondsten van enorme hoeveelheden menselijke botten, resultaat van massaslachting, aantonend dat De Goede Wilde, de zuivere natuurmens, waar veel van mijn studenten zo graag in geloofden (het tegenovergestelde van vooruitgangsdenken, maar nog naïever), een romantisch verzinsel is. Van alle zoogdieren zijn we het gevaarlijkst voor de eigen soort, waar, dat zeker wél, vergaande vormen van empathie en solidariteit tegenover staan – tussen individuen en groepen, in persoonlijke betrekkingen en in de vorm van intentieverklaring of wetgeving. Over de noodzaak van die laatste twee gaat Sign of the Times vooral, krachtig maar met sterke ondertoon van zorg.

Aanleiding tot de reeks is dat we zeventig jaar ‘Universele Verklaring van de rechten van de mens’ vieren – een directe reactie op wat aan de Donau-oever en verre omtrek gebeurde. En ook dat het aandeel van Eleanor Roosevelt daarin groot was. Zij vocht ervoor dat het woord ‘vrouwen’ in de Declaration werd opgenomen, wat in een ideale wereld overbodig zou zijn (‘mens’ omvat immers allen). Maar juist omdat die niet ideaal is en zo een Verklaring dus nodig was het van belang dat wie in grote delen van de wereld niet als gelijkwaardig wordt gezien expliciet genoemd werd. Vandaar ook de opzet van deze reeks, die twaalf vrouwelijke zwaargewichten – van Jemenitische Nobelprijswinnares voor de vrede Tawakkol Karman tot Ierse juriste en politica Mary Robinson; van Zuid-Koreaanse theologe Chun Hyun Kyung tot Turkse auteur Elif Shafak – aan het woord laat over actuele grote kwesties. In de gewaagde vorm van ‘talking heads’, steeds een andere vrouw die recht in de camera haar visie ontvouwt, afgewisseld met documentaire beelden die soms direct, soms indirect met het besproken onderwerp te maken hebben. In tegenstelling tot de vele zomerzotheid in de tv-programmering is dit essayistische zomerernst.

Waarom alleen vrouwen? Serieuze onderwerpen gaan toch ‘de mens’ aan en niet de vrouw alleen? Tja, waarom bijna altijd alleen mannen over thema’s ‘de mens’ betreffende? En is het niet bijzonder dat hier alle huidtinten vertegenwoordigd zijn? En is het niet een belangrijke hommage aan Eleanor Roosevelt die vocht voor expliciet noemen van haar seksegenoten? En is het niet zo dat vrouwen vaak eerder en sterker getroffen worden door problemen die ‘manmade’ zijn, waarbij ‘man’ zowel ‘mens’ als ‘man’ kan betekenen? Daarom is Hellers verhaal ook meteen al zo sterk: ze verloor haar ouders, maar moest na 1945 dóór, wat betekende dat er weinig tijd voor rouwen was. Daarover voelt ze zich schuldig. Maar die schuld (als die al bestaat) lost ze indrukwekkend in door te vertellen hoe ze haar kracht ontleent aan de onvoorwaardelijke liefde die haar ouders voor elkaar en voor haar koesterden en aan het feit dat haar vader benadrukte dat hij zo blij was dat hij een dochter had die kon bewijzen dat een dochter even ‘goed’ was als een zoon – ‘goed’ in de zin van ‘moreel’ en ‘goed’ in de zin van gelijkwaardig. En dat deed en doet ze.

Sterke vrouwen volop in deze reeks. Natuurlijk die twaalf ‘talking heads’ met hun denkkracht en intellectuele en praktische moed. Een aantal van hen betaalde een hoge prijs voor activisme in naam van gerechtigheid en gelijkwaardigheid. Karman moest Jemen ontvluchten vanwege haar leiderschap in de Arabische Revolutie. En Shafak verliet noodgedwongen Turkije omdat erkenning van de Armeense genocide haar in gevaar bracht.

Wie denkt dat ‘talking heads’ saai zijn moet vooral kijken: zodra iemand een diep betrokken, overtuigd en overtuigend verhaal heeft, wordt zij/hij boeiend. En daardoor mooi. Dat gebeurt hier volop, al is uiteraard niet elke verhandeling even indrukwekkend en voel je je met de ene visie meer verwant dan met de andere. Het zijn gigantische zaken en problemen die aan de orde komen en van pakweg de hoop op een zegetocht van de liberale parlementaire democratie die aangekondigd werd na de val van de Sovjet-Unie is weinig meer over. Het aantal autocratieën neemt toe; het aantal democratieën dat uitmondt in een dictatuur van de al dan niet eerlijk behaalde meerderheid ook; en in de meerpartijensystemen met coalities die nog over zijn wordt de invloed van populisme steeds sterker.

Maar zie Tawakkol Karman. De vuurspuwende ogen waarmee ze perfide Arabisch leiderschap en corruptie aan de kaak stelde spuwen nu op het defaitisme waarmee haar revolutie tot voorgoed mislukt wordt verklaard; en op westers opportunisme, waarbij de ‘westerse’ idealen die tot de Universele Verklaring leidden kennelijk opzij worden gezet als het om economische belangen gaat, ten koste van niet-westerlingen. Zij gelooft dus in vooruitgang, hoe onduidelijk het mij ook is hoe die te bereiken. Optimisme als morele plicht, dat zeker.

Aflevering twee betreft het klimaat. Prominent daarin de Britse Polly Higgins, van succesvol advocaat in Londen tot ‘advocaat van de aarde’ geworden. Zij introduceerde de term ecocide. Ze vertelt hoe ze op haar zestiende tekenles had, samen met elfjarigen. Die braken de boel steevast af zonder leraar, terwijl een kind op de uitkijk stond. Een keer kwam de man van de andere kant, betrapte hen en werd razend. Hij stond op het punt het verkennertje te mishandelen. Polly kon het niet aanzien, haalde uit en de leraar ging gestrekt. Zij van school gestuurd. Ze lacht als ze zegt dat ze hetzelfde probeert te doen met de machtige multinationals die de aarde mishandelen. Die liggen nog lang niet, maar ze is een horzel. Een verhaaltje van niks? Maar het maakt verdomd veel duidelijk. Overigens legt zij niet de nadruk op rechten maar op de verplichtingen die we tegenover de aarde, flora, fauna en mensen hebben.

Sterke, maar naamloos blijvende vrouwen ook in de reportage-achtige tussenstukken: een weduwe wier kleine kudde geiten in Kenia lijdt onder toenemende droogte, waardoor ook de mensen bedreigd worden en hun gemeenschap uit elkaar valt. Net als een zwarte gemeenschap in Texas, getroffen door een orkaan, die een buschauffeur (vrouw ja) bijeen probeert te houden. Of de Hongaarse landbouwkundige die in de jaren negentig een succesvol ecologisch bedrijf startte. Zo succesvol dat mevrouw Orbán zelf kwam kijken Een jaar later was alle grond in handen van de familie Orbán, werd die omgeploegd en met pesticiden bewerkt. Slechtheid en domheid hand in hand.

Nee, het is geen vrolijk stemmende reeks, hoe indrukwekkend ook de vrouwen met en zonder naam. En niet altijd werkt de vermenging van gesproken verhandeling en beelden van vluchtelingenkampen, door klimaatrampen bezochte gemeenschappen. Niet altijd is de geluidsband met zijn ongrijpbare muziek volmaakt. Maar het is een integere, soms indrukwekkende exercitie. Met naast eerder genoemden ook nog Nigeriaanse Chimamanda Ngozi Adichie, schrijfster; Egyptische Leila Ahmed, hoogleraar ‘vrouwenstudies in religie’; Keniaanse Agnes Abuom, voorzitter Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken; Amerikaanse Judith Butler, hoogleraar genderstudies; Chileense Isabel Allende, auteur, en Mabel van Oranje, mensen- en vrouwenrechtenactiviste. Voorwaar een tableau dat ik eerder aan VPRO of HUMAN had toegeschreven dan aan de EO. Chapeau.

Sign of the Times, EO, vijf delen, vanaf maandag 30 juli, NPO 2, 22.55 uur. Op 20 en 27 augustus om 22.45 uur