Maar de hoofdredacteur had gewaarschuwd: ‘Wie weet wordt het wel heel saai.’
De zomergast zelf had aangekondigd dat het een choquerende avond zou worden. Ik was vooral gechoqueerd door de oppervlakkigheid van zijn gepraat. Maar hij praat snel en hij kronkelt van het ene punt naar het andere, dus als je niet erg oplette leek het een redelijk gesprek. Dat was ook de teneur in veel reacties: hij valt mee! Kijk nog eens rustig naar willekeurig welk stukje van het programma, en je merkt dat het inderdaad choquerend saai was.
Jahjah liet ons een interview met Leonard Cohen zien. Het is 2006, hij wordt aan de keukentafel geïnterviewd door Helle Vaagland van de Noorse televisiezender NRK. Cohen is een jeugdidool van de zomergast: volgens hem een fenomenaal dichter met interessante analyses.
Het gesprek gaat over het nummer The Future, met de regels ‘Geef me de Berlijnse muur terug/ geef me Stalin en Paulus/ Ik heb de toekomst gezien, broer:/ het is moord.’
Cohen vertelt: ‘Toen ik bijvoorbeeld het nummer The Future schreef, dat in 1992 of 1993 uitkwam, geloof ik, maar dat ik in 1988 schreef, toen kon ik iets zeggen wat echt iets voor me betekende, want de hele wereld vierde het neerhalen van de Berlijnse Muur. Ik wilde het meevieren met iedereen, maar vond het ook iets verschrikkelijks. Ik had het idee dat het tot een machtsverschuiving zou leiden en tot een uiteenvallen van de orde, dat zou resulteren in moord, wijdverbreide moord. Dus ik zei, en ik weet niet precies waarom, maar ik kon het ontdoen van het gemakkelijke, gebruikelijke, intellectuele en rationele, en ik kon zeggen: “Ik zie de toekomst, broeder, die is moord.” Mensen verweten me een ongelooflijke pessimist te zijn, zoals altijd eigenlijk. Maar in dit specifieke geval denk ik dat mijn inzichten vrij accuraat waren.’
En even verderop: ‘Ik wil mezelf echt niet als profeet bestempelen, maar dat zijn gewoon inzichten die ontstaan als je het ontdaan hebt van de makkelijke standpunten. Het is duidelijk dat de wereld een turbulente tijd doormaakt. Ik heb bij alles het gevoel gehad dat alle tekenen eigenlijk al aanwezig waren, al een tijdje. De gebeurtenissen die ons nu in hun greep houden met hun nabijheid, hun geweld en beestachtigheid voelde ik ruim tien jaar daarvoor al vrij goed aankomen.’
‘11 september kwam dus niet echt als een verrassing?’
Waarop Cohen antwoordt met een citaat uit een andere song:
sommigen zeggen dat we het verdienen voor misdaden tegen God en zonden in de wereld/ ik zou het niet weten, ik neem slechts waar/ sinds die dag dat ze New York verwondden// sommigen zeggen dat ze ons altijd al haatten/ met onze ongesluierde vrouwen, onze slaven en ons goud/ ik zou het niet weten, ik neem slechts waar/ maar geef eens antwoord/ ik daag je niet voor de rechter/ knapte er iets of meldde jij je/ op die dag dat ze New York verwondden
Dan zegt de presentator Thomas Erdbrink: ‘Nou, als we het hebben over taalkunst!’
Jahjah: ‘Ja, dit is een fenomenale man wat dat betreft. Ook een echte dichter. En vooral het politieke gehalte, sorry Thomas, maar ik kan daar toch niet naast kijken: hij heeft analytische, politiek-filosofische kanten.’
Ik gun alle fans van Leonard Cohen het plezier dat ze aan zijn cd’s beleven. Maar is dit taalkunst, en is dit praatje over de val van de Muur een politiek-filosofische analyse? Dan zijn we allemaal echte dichters en politieke filosofen.
Het zijn zo maar een paar minuten uit een drie uur durende aaneenschakeling van, ik kan het niet anders noemen, verrassende oppervlakkigheden.