«Er is niets strafbaars gebeurd», zegt een Ahold-woordvoerder. «Iedereen deed het», zeggen de bouwondernemers. «Volgens de wet deed ik niets fout», zegt baas van uitkeringsinstantie UWV Joustra. De makkelijke reactie is boos constateren dat ook voor rijke mensen normen en waarden gelden. De PvdA kopt die bal wel in. Want relatieve sloebers als asielzoekers en WAOers zijn neergezet als profiteurs. Dan kan het geen kwaad het ressentiment eens de andere kant op te sturen. Maar je creëert zo de tegenstelling tussen domme profiteurs (armen) en slimme profiteurs (rijken). Een tweede reactie is constateren dat de vrije markt zijn werk niet doet. Zie je wel, de staat moet ingrijpen. Maar in de huidige gevallen zal ook de meest gehaaide marktliberaal voor het instellen van stevige controle zijn.
Het gaat om iets anders. Aan de ene kant vecht een omvangrijke stroming conservatieve politici succesvol voor herwaardering van hiërarchie: hun idee is dat sommigen het beter weten dan anderen. Uit het feit dat daar in het onderwijs zichtbaar behoefte aan is leiden ze af dat dit ook voor persoonlijke vrijheden (zoals godsdienst) geldt. Leiders, in uniform of als gezinshoofd, moeten weer op een voetstuk. Aan de andere kant is veel publieke verantwoordelijkheid weggeorganiseerd. Door overheidsdiensten op afstand van de politiek te plaatsen, maar ook door de eisen van de markt boven die van de gemeenschap te stellen. Topmannen horen dat gezag weer in is, maar dobberen tegelijkertijd bij hun achterban vandaan. De Ahold-bestuurders beloofden expansie en dat mislukte. Daarover logen ze en vervolgens gaven ze de schuld aan de roep om uitbreiding die de markt zou eisen.
Door de afstand tot de overheid vond de baas van de uitkeringsinstantie UWV Joustra dat hij dure kranen mocht. Maar net als de Ahold-top verdeelt hij andermans geld op andermans gezag. Om er net als Ahold vervolgens over te liegen, en al even verontwaardigd te zijn dat mensen daar boos om worden. (De uitkeringsverstrekker UWV is niet de enige die het marmer uitrolde voor zijn nieuwe chefs. De instellingen die «op afstand van de overheid» werken zijn er breed voor gaan zitten. Als je miljarden verdeelt onder de burgers schieten snel tonnetjes over voor een leuk tapijtje, weten ze ook bij clubs als de Sociale Verzekeringsbank.)
Democratie dient om de vanzelfsprekendheid van gezag te tarten en vuil spel terug te leiden naar de oorzaak: domheid of hebzucht. Maar de nieuwe roep om leiderschap, in combinatie met de afnemende mogelijkheden om beslissers ter verantwoording te roepen, diept de bedding voor de graaicultuur uit. De verantwoordelijkheid voor misstappen zweeft rond, tussen aanbestedingsopdrachten, wet en aandeelhoudersvergadering. De Ahold- en de UWV-top verdedigen hun bedrog met het wijzen op de letter van de wet. Publiek vertrouwen is voor moderne oligarchen betekenisloos. Niet voor niets sneuvelde Oudkerk bij de hoeren (privé-kwestie) en niet op de Mega banenmarkt, een project onder zijn verantwoordelijkheid waarbij een adviesbureau en opvangcentrum voor ex-gemeentebestuurders (Boer&Croon) twintig miljoen ving voor het tijdelijk werk organiseren voor enkele bijstandsontvangers. We beleven het herstel van het gezag, alleen nu zonder publieke moraal.