Dat stond daar al die jaren blazersgewijs te ginnegappen als het wéér misging in de PvdA, als het CDA wéér een leider zag sneuvelen. Liberalen doen dat niet, hoorde je de VVD’ers zeggen, bij ons is het altijd gezellig. Ach. Ze sturen staatssecretaris Annette Nijs weg. Niemand van deze warme club die haar verdedigt. Ze maken onophoudelijk herrie over het leiderschap, terwijl geen normaal mens snapt wat het punt is. Ze worden geteisterd door een oude voorman die jodensterren naar bewindslieden slingert. Ze lijden en passant zetelverlies in Europa.

Op de achtergrond zie je de strijd woekeren tussen ondernemers en burgermannen. Gerrit Zalm en de rekenaars, die Nederland sociaal-economisch willen aanharken, versus Jozias van Aartsen en de aanpassers, die als ze toch aan het harken zijn voor- en achtertuin, de slaapkamer en ieders gedachten in het algemeen willen meenemen in het gladstrijken. Van Aartsen vindt het mooi dat onder zijn aanvoering zo veel discussie mogelijk is. Hij lijkt te roepen: «Kijk mam, zonder handen!» Ondertussen ziet hij met lede ogen aan hoe de VVD zo precies de partijoverstijgende consensus creëert die het tweede kabinet-Balkenende mogelijk maakt. De broedertwist tussen liberalen en conservatieven schept verbindingen met het CDA én met D66, en zo nu en dan een uitstapje naar de LPF. De andere regeringspartijen vechten binnenskamers aanmerkelijk minder en dat is geen toeval.

De VVD zou de recente geschiedenis van de PvdA moeten teruglezen. De PvdA stapte begin jaren negentig in de regering. Het sociaal-democratisch tijdperk was over zijn hoogtepunt. Ze wilden wel regeren maar wisten niet precies waarom. Binnen de partij barstte een debat los over de vraag of de staat dan wel de markt de oplossingen bracht voor de problemen waarmee burgers worstelen. Trein, telefoon, onderwijs: telkens ging de discussie over de vraag of je iets aan markt of aan overheid moest overlaten. En het was precies die spanning binnen de PvdA die de consensus in de paarse kabinetten mogelijk maakte. Met als gevolg dat de PvdA aan het eind versuft en met lege handen stond te kijken.

De VVD’ers hebben inmiddels ingezien dat de jaren negentig hún tijdperk waren, maar dat de jaren nul dat niet zijn. Want wanneer je in de krant leest dat ook daklozen tegenwoordig naar gezag verlangen, weet je dat het liberale tij gekeerd is. Het uitgangspunt van het VVD-verkiezingsprogramma 2002-2006, de vrije en zelfsturende mens, is dan ook een historische misser van formaat. Empirisch gezien bestaat die zelfsturende mens al niet. Iedere Nederlander laat zijn beslissingen van zijn omgeving afhangen en is daar min of meer gelukkig mee. Dan ben je politicus om naar het onbestaande te streven, maar van de verwezenlijking van haar idealen maakt de VVD helemaal een potje. Moslims screenen, mensen met geld verleiden om weg te gaan, verplicht inburgeren, verplicht doorwerken tot je 65ste — de VVD scoort vooral met staatsdwang. Nu twisten ze er dus vrolijk op los alsof ze een levendige partij vormen, maar het resultaat op korte termijn is dat ze Balken ende in staat stellen te regeren. Het resultaat op langere termijn is vermoedelijk inhoudelijke leegte en verdere electorale leegloop. «Kijk mam, zonder tanden.»