De laatste vijftien linkerbladzijden van Jonathan Safran Foers tweede roman Extremely Loud & Incredibly Close zijn blanco, de vijftien rechterbladzijden laten even zovele videobeelden zien van een vallende menselijke figuur naast het World Trade Center. Vallend? Wie snel door de fotoserie bladert ziet dat die mens niet van grote hoogte naar zijn dood valt maar dat hij weer opstijgt naar zijn leven in de wolkenkrabber. In zijn roman jongleert Foer met de tijd. Dat is niet toevallig want de hoofdpersoon, de negenjarige Oskar Schell, die zijn vader in de tweelingtoren verliest, leest tijdens het verwerken van zijn verdriet Stephen Hawkings A Brief History of Time. Kan dat? Jazeker, want Oskar is een leergierig, naïef, slim en nieuws gierig jongetje in een be proefde literaire traditie. Vanaf Grass Die Blechtrommel (de kleine Oskar die niet wil groeien) is een reeks slimme schooljongens opgestaan die de wereld kordaat tegemoet traden en een beetje ontwapenden: in Don DeLillos Ratners Star, in William Gaddis JR, in Salingers The Catcher in the Rye (Holden Caulfield is wel ouder), in Sybren Polets Mannekino.
De vader van Oskar, juwelier, had op 11 september 2001 een afspraak in het restaurant Windows on the World boven in het WTC. Als zijn zoontje op die ochtend van school naar huis gaat, hoort hij zijn vader tot vijf keer toe op het antwoordapparaat. Thomas Schell belt vanuit het brandende World Trade Center. Als de telefoon de zesde keer gaat, vlak voordat een van de torens instort, neemt Oskar niet op. Het niet opnemen is Oskars grootste gemiste kans. Pas veel later durft hij tegenover een relatieve vreemde, die iets heeft waar Oskar al maanden naar op zoek is, te bekennen wat hij (niet) gedaan heeft.
Extremely Loud & Incredibly Close is de eerste roman die van de eerste tot de laatste bladzijde over de kerosinebommenaanval op het WTC gaat. Te vroeg? Niemand heeft ooit aan de reporter van het eerste uur, Tom Brokaw, gevraagd of het voor hem te vroeg was om de aanslag te verslaan. Hij deed het. «Journalisten bewegen zich in de biografie, kunstenaars in empathie», zei Foer onlangs in The Village Voice. Waarom zou het maken van kunst vanuit een tragedie dubieus zijn? «Te veel mensen wantrouwen kunst. Te veel mensen haten kunst.» Alle schrijven is politiek, maar niet op de manier van de politici, die grossieren in grote woorden als Goed, Kwaad, Terrorisme, Rechtvaardigheid en Terrorisme. Dat laatste woord komt in Foers roman niet voor. Foer: «George Bush spreekt over de Arabische wereld. Wat kan dat mogelijkerwijs betekenen? Een romanschrijver laat een Iraakse jongen zien die koffie inschenkt voor zijn vader. Welke versie is nuttiger? Welke vertelt ons meer dan we hoeven weten?»
Extremely Loud & Incredibly Close is een klassieke familieroman die gaat over verlies en over het zoeken naar de resten van wat voorgoed verloren lijkt. De zoon, altijd in het wit gekleed, begraaft zijn vader symbolisch: in een lege kist. Zoekend in zijn vaders kast laat Oskar een vaas vallen. Tussen de scherven vindt hij een envelop met de naam Black erop. In de envelop zit een sleutel. Op welk slot past deze sleutel? De maandenlange zoektocht die volgt overtreft de speld-in-een-hooiberg verhalen vol toeval en misverstanden van Paul Auster. Sterker nog, deze verhaaldraad, die de lezer door meer dan alle vijf stadsdelen van New York voert, wordt onderbroken («gevoed» is een beter woord) door de brievenstroom van de grootmoeder en de grootvader van Oskar. Ieder in hun eigen stijl en toon weten zij de familie Schell een Europese achtergrond te geven. Grootvader Schell heeft in februari 1945 het bombardement op Dresden overleefd en is naar Amerika geëmigreerd. Maar hij is door de oorlog letterlijk met stomheid geslagen en communiceert schriftelijk. Het leven is hem teveel, zeker als hij merkt dat zijn vrouw, die «beroerde ogen» beweert te hebben, zwanger is. Grootvader Schell vlucht terug naar Dresden, om na 11 september 2001 weer terug te keren, met alle verrassende verhaalwendingen van dien.
Een van de interessante bijfiguren in Foers roman is de op 1 januari 1900 geboren oorlogsreporter, kluizenaar en buurman van Oskar Mr. Black. Deze halfdove die zijn gehoorapparaat al jaren geleden heeft afgezet en geen stap meer buiten de deur zet, heeft niet alleen een formidabele kaartenbak met persoonsgegevens tot zijn beschikking, hij beweert ook alle slagvelden van de twintigste eeuw te hebben betreden. Samen met Oskar gaat hij op zoek naar het slot bij de sleutel. Ze komen zelfs boven op het Empire State Building terecht, vanwaar het uitzicht adembenemend is. Maar toch, overpeinst Oskar: «Alles wat wordt geboren moet dood, wat betekent dat onze levens op wolkenkrabbers lijken. De rook stijgt met wisselende snelheid op, maar ze staan allemaal in brand, en we zitten allemaal in de val.» De associatie met zijn vader is totaal.
De manier waarop Jonathan Safran Foer in Extremely Loud & Incredibly Close het vader-zoonverhaal typografisch en beeldend vorm heeft gegeven, is bijzonder. De potentiële lezer die het boek in de winkel doorbladert zal verrast zijn door kleur, witpaginas, twee handen waarop JA en NEE staan, et cetera. Er is ook een foto van een olifant die lijkt te huilen. Wie weet wat grootvader Scheel overkomt in Dresden zal elders in het boek letten op de talloze dierenverhalen. Bijvoorbeeld over een kat die, als hij van grote hoogte valt, zich als een parachute gedraagt. Of over de tienduizend vogels die elk jaar te pletter vliegen tegen de ramen van wolkenkrabbers. Alle beelden en (dieren)verhalen hebben te maken met het familieverhaal van de Schells, dat draait om twee rampen.
In Foers meesterlijke debuut Everything is Illuminated gaat het ook om een ramp: een nazi-pogrom op 18 maart 1942 in de Oekraïne oftewel de verdwijning van het dorpje Trachimbrod. Het boek begint met een verdwijning en eindigt met een verdwijning, net als Extremely Loud & Incredibly Close. Genesis en Apocalyps in een door de tijd meanderende vertelling. De belangrijkste droom in Everything is Illuminated is de droom dat wij onze vaders zijn, die ook droomden dat zij hun vaders waren, «weerspiegeling op weerspiegeling tot aan het begin van alle tijd, tot aan het gezicht van God, naar wiens gelijkenis wij geschapen zijn. Een brandende liefde voor onszelf, voor ons allen, stichters van de brand waarin wij moesten branden.»
De kerosinebrand die Foers tweede roman beheerst is op alle fronten verterend en laat de lezer niet onberoerd. Foer houdt dankzij zijn speels-fragmentarische aanpak en humorvolle formuleringen gepaste afstand van kitsch, sentiment en pathos. De zoon blijft, zoekend naar een passend slot voor zijn sleutel, op de been. Zijn vader blijft ongelooflijk dicht bij hem omdat Oskar niet opgeeft. Want de zwaartekracht zorgt er niet alleen voor dat we vaak dreigen te vallen, maar ook dat we onze spieren kunnen sterken. Extremely Loud & Incredibly Close is Foers tweede meesterwerk.