Tien jaar geleden, in september 1995, stond in NRC Handelsblad een van de meest indrukwekkende fotos die ik ken. Het is een nachtopname. Zes kinderen ra vot ten in donker, ondiep water. Achter hen ligt de begroeide rivieroever en vanuit die oever steekt een fel aangelichte verkeersbrug de foto in. Boven de verkeersbrug, wat verder weg, ligt een tweede brug. Een spoorbrug. De fotograaf drukte af op het moment dat daar een stoomlocomotief overheen denderde. De trein maakt twee witte stoompluimen in de zwarte nacht.
Niet lang nadat ik de foto in de krant had gezien, droomde ik dat ik de fotograaf was. Ik stond in het water, kadrerend en scherpstellend, en ik wou van die kinderen af. Die waren veel te beweeglijk naar mijn zin. Het ging me om dat donkere water en die twee stil poserende bruggen. Maar toen ik verder de rivier in liep, schoven de kinderen in mijn kader mee. Het water stond nu aan mijn kin; ik had moeite de camera droog te houden. De kinderen deden een wedstrijdje wie het eerst bij de verkeersbrug was en vervolgens wie er het eerst bovenop stond. Terwijl zij omhoog klommen, verscheen er een oud-klasgenoot op de brug, die zwijgend naar beneden keek, naar mij daar in het water.
De volgende ochtend viste ik de krant uit het oud papier. De uit geknipte foto bewaarde ik tussen mijn droomverslagen, want ik was achttien en dacht dat het belangrijk was om dromen op te schrijven, wat het misschien ook wel is. De foto bleek eind jaren vijftig te zijn gemaakt door de Amerikaanse fotograaf O. Winston Link (1914-2001) en was afkomstig uit een boek met diens nachtopnamen van de Norfolk and Western Railway. Het was hem dus niet zozeer om de bruggen en kinderen als wel om de trein te doen. Norfolk and Western was de laatste Amerikaanse spoorwegmaatschappij die van stoom- op dieseltreinen overstapte. Link fotografeerde de uitstervende stoomlocomotieven aanvankelijk bij daglicht, maar ontdekte al gauw dat ze dramatischer en geheimzinniger waren als hij ze s nachts vastlegde.
Toen ik de foto een paar jaar later als poster tegenkwam, kocht ik die onmiddellijk en hing m op in mijn slaapkamer. Sindsdien sliep ik onder het decor van een oude droom. En afgelopen vrijdag stond ik oog in oog met een ingelijste afdruk je gezicht reflecteert in de vele zwarte partijen op een tentoonstelling van Links treinenfotos in het fotografiemuseum Foam. Eerlijk gezegd kost het me enige moeite om het verschijnsel fototentoonstelling serieus te nemen. De meeste fotos hebben geen vast formaat of uitgesproken textuur, zodat je weinig mist als je ze goed gereproduceerd in een boek bekijkt. Maar voor de Mu seumjaarkaarthouder is de tentoonstelling in Foam gratis, terwijl het boek met Links spoorwegserie 32 euro kost. Wie de tentoonstelling mee naar huis wil nemen, kan het boek alsnog in de museumwinkel kopen. De tekst, geschreven door Links assistent, bevestigt wat de fotos al deden vermoeden: dat de fotograaf zijn composities heel precies uitdacht en voor bereidde. Overal in het landschap werden flitslampen op gesteld, zo dat een trein bij zestig kilometer per uur toch scherp op de foto kwam en Link anders dan ik in mijn droom dacht geen hinder ondervond van beweeglijke zwem mers. Integendeel: hij ronselde altijd figuranten ter bevolking van zijn fotos. Ze bieden, meestal op de voorgrond, tegenwicht aan de zwarte gevaartes op de rails, die ondanks al het flitslicht ontzagwekkend en een beetje griezelig blijven. Link lichtte zijn scènes uit als een filmregisseur. Alles is te zien en toch is het donker. Het zwart om de witte koplampen, lantarens en stoomwolken is dramatisch en geheimzinnig. Het is weer net zo spannend als vroeger, wanneer je als kind bij hoge uitzondering lang mocht opblijven. En net als toen keert het terug in je dromen.
O. Winston Link
Steam, Steel & Stars
Tot en met 28 september in Foam, Keizersgracht 609, Amsterdam