Johannesburg – Het is hier zo’n tegelwijsheid: blanke Zuid-Afrikanen geven meer om honden dan om zwarten. Eind vorig jaar gebruikte president Jacob Zuma dat gegeven tijdens een bijeenkomst in zijn geboorteprovincie KwaZulu-Natal. Hij vertelde zijn zoeloe-gehoor dat het hebben van een hond niet strookt met Afrikaanse tradities. Dat hondengedoe waaraan steeds meer zwarten ten prooi vallen is slechts een amechtige poging om een blanke levensstijl te imiteren. Hou je meer van je dier dan van je medemens, dan duidt dat op ‘een gebrek aan humaniteit’, voegde Zuma toe. Hij gaf het voorbeeld van de blanke baas die zijn hond naast zich in de bestelwagen laat zitten terwijl zijn zwarte werkers in de laadbak creperen.
Daarna was de beer los. Men twitterde erop los. Blanken waren verontwaardigd, beschuldigden Zuma van het spelen van de rassenkaart. Veel zwarten, onder wie de radicale vakbondsleider Zwelinzima Vavi, zeiden zelf honden te hebben en daarvan te houden. Maar er waren ook veel pro-Zuma-tweets. De leider van de Young Communist League wist dat ‘aan de hond van de rijke meer wordt uitgegeven wat betreft vaccinaties en medische zorg dan aan de arbeiders die die man zijn rijkdom hebben gegeven’. Presidentieel woordvoerder Mac Maharaj verduidelijkte dat Zuma bedoelde dat zwarte Afrikanen trots moeten zijn op hun eigen cultuur en niet wanhopig moeten proberen om blank te imiteren. Het ging bij Zuma’s uitspraken om ‘de dekolonisatie van de Afrikaanse geest’, aldus Maharaj.
Wie heeft gelijk? Daar is geen eenvoudig antwoord op te geven. Blanke Zuid-Afrikanen hebben inderdaad een haast abnormale liefde voor huisdieren. Compensatie voor de onmenselijkheid van apartheid? Koestering van de hond als symbool van trouw en opoffering in een problematisch land? Je kunt het ook omdraaien en stellen dat het doorgaans weinig opbeurende leven van de schichtige hond in de zwarte townships duidt op een gebrek aan compassie.
Goedbeschouwd gaf Zuma de aanzet tot overpeinzingen die in het verlengde liggen van de kwesties die zijn landgenoot J.M. Coetzee opriep in zijn boek Elizabeth Costello: de vraag wat het betekent om mens te zijn en hoe een mens zich verhoudt tot zijn omgeving, waarin je de scheidslijn tussen mens en dier niet zomaar kunt trekken. En welke rol speelt het beladen verleden? Zuma raakte aan onderwerpen die filosofen, ethici en psychologen al jaren bezighouden. Het probleem is dat het Twitter-gebrul zo’n discussie meteen verstikt.