Thabo Mbeki, die in 1999 staatshoofd werd, verving verzoening door een nadruk op de economie en op een ‘Afrikaanse Renaissance’. Hij wilde van Zuid-Afrika een economische machine maken, en het continent zou hij op een andere manier aan de wereld presenteren: trots en zelfverzekerd.

Maar Mbeki verkeek zich op de binnenlandse krachten. In 2008 werd hij door zijn eigen partij, het anc, met een legale staatsgreep uit zijn ambt ontzet. De putschisten, waaronder de machtige vakbonden en de ANC Jeugdliga, gaven de voorkeur aan Jacob Zuma, die, meenden zij, makkelijker plooibaar was en zich meer zou inzetten voor de armen. Dat bleek een forse misrekening.

Toen Zuma zijn presidentschap in 2008 begon, verkeerde hij al in een benarde positie. Hij had een verkrachtingszaak achter de rug, die hij had gewonnen, maar die een nare smaak had achtergelaten. Tevens was hij beschuldigd van aanzienlijke corruptie. Die kwestie is hem blijven achtervolgen, versterkt door controverse rond de met belastinggeld extravagant opgedirkte ambtswoning en aantijgingen dat hij de speelbal is van een schatrijke Indiase zakenfamilie. Tijdens zijn presidentschap daarom geen prioriteit voor visie en integriteit. Evenmin werd de economie omgevormd ten gunste van de onderklasse. Nee, het werd bovenal een briljante exercitie in zelfbehoud, een marathonpoging om rechtszaken te ontwijken en vrienden en familie aan baantjes te helpen.

Zuma heeft alle belangrijke staatsinstellingen naar zijn hand gezet door daar stromannen en -vrouwen te benoemen. Daarnaast presenteert hij zich na de pijp rokende, Shakespeare citerende, whisky drinkende Mbeki als traditioneel Afrikaans leider, trouw aan zijn rurale wortels. Dat kostte hem en zijn anc in de steden veel stemmen, maar op het platteland zijn ze dol op de Zoeloe-sprekende president wiens speeches vol zitten met antiwesterse retoriek. Corruptie, betoogde Zuma bijvoorbeeld, is alleen volgens ‘het westerse model een misdaad.’ Onlangs overleefde hij ternauwernood een interne motie van wantrouwen door die af te serveren als het ‘complot van westerse inlichtingendiensten’, iets wat perfect paste in de door complottheorieën en antiwesterse sentimenten getekende tijdgeest.


Beeld: Milo