Een koninklijke première: een Nederlandse film met het astronomische budget van zeventien miljoen kan niet met minder toe, zeker niet als de regisseur onze eigen teruggekeerde zoon is. Paul Verhoeven is terug in Nederland en als wij allemaal naar zijn Zwartboek gaan, hoeft hij niet terug naar de Verenigde Staten. Want Paul hoort hier: een gewone Haagse jongen die ons een aantal prachtige films heeft geleverd en die weet dat de Tweede Wereldoorlog meer is dan de Hollywood-versie van holocaust plus vechten. Bijna dertig jaar na zijn succesvolle Soldaat van Oranje vond de regisseur het nodig een ‘correctie’ op zijn ‘heroïsche’ Soldaat te maken. Hij vindt dat Zwartboek een reëlere kijk geeft op de oorlog – meer grijstinten dan zwart-wit: ‘Op een entertainende manier laten we zien hoe de werkelijkheid er destijds uitzag.’ De vraag is natuurlijk of dat gelukt is.

De beelden en plaatsen veranderen in hoog tempo: een boerderij, een meer, de Biesbos, de Haagse begrafenisonderneming waar het verzet oefent, een grote volksgaarkeuken, een station, het SD-hoofdkwartier, een feestzaal, de slaapkamer van de SD’er, de gevangenis onder in het SD-hoofdkwartier, een verlaten fabriek, een verlaten straat waar een fouterik wordt geliquideerd, het huis van de dokter/verzetsheld, de Scheveningse strafgevangenis na de bevrijding, de haven van Scheveningen en een rivier.

En er is actie, veel actie. In welke Nederlandse film komt een echte bommenwerper voor die echte bommen gooit, waarbij een echte boerderij verwoest wordt? En veel schietende Duitsers, heel veel schietende Duitsers, waarbij de verzetslieden maar pover afsteken, hoezeer die ook hun best doen. De massascènes zijn echte massascènes met veel mensen: bij de gaarkeuken, juichend de bevrijders binnenhalend of massaal als vermeende collaborateurs vernederingen ondergaand. Waar in vroegere verzetsfilms de fiets het gewone transportmiddel is, wordt in Zwartboek veelal de auto gebruikt, of de trein. Een Duitse patrouilleboot komt in actie, net als een Duitse pantserwagen, en een SD-officier gebruikt bij zijn vlucht een snelle Duitse boot. En bij de geallieerde intocht in Den Haag is natuurlijk ook veel rollend materiaal te zien.

Er zijn ook zaken die we wel uit de geschiedenisboeken kennen, maar die nog nooit op het witte doek zijn vertoond, zoals de scènes in de gaarkeuken en het beestachtige gedrag van gevangenisbewakers tegenover vermeende collaborateurs. Het is nog nooit vertoond, ook al is het niet nieuw.

Er is veel herkenbaars: de corpsballen uit Soldaat van Oranje zitten weer in het verzet, maar nu samen met een gereformeerde jongen en onder leiding van een communist. De Duitse soldaten die onverwacht schietend uit de cellen stappen, waar het verzet dacht kameraden aan te treffen, lijken veel op de Starship Troopers. Dat er bedrog en verraad is, is natuurlijk niet nieuw; dat is onlosmakelijk met goed en fout verbonden.

In Zwartboek is de oorlog niet alleen maar zwart-wit, maar dat is al lang niet meer het geval in Nederland als het over zijn oorlog reflecteert. Sommige verzetshelden zijn schurk, of antisemiet, of beide. Het subtiele van deze aanpak, die vooral in de dialogen tot uitdrukking komt, wordt ondergesneeuwd door de actie, door het teveel van alles. Regisseur Verhoeven en scenarioschrijver Soeteman zeggen zeer veel research gedaan te hebben. Met de werkelijkheid heeft Zwartboek weinig van doen. Zij kunnen zich bij historische kritiek verschuilen achter het motto ‘inspired by true events’. Joden hebben inderdaad geprobeerd naar het zuiden te vluchten, maar dat ging in groepjes van twee of drie. In Zwartboek steekt een dekschuit volgeladen met tientallen joden de Biesbos over. Het plaatselijke hoofd van de Sicherheitsdienst is een vriendelijk watje dat postzegels verzamelt. Na het eerste feestje belandt Rachel/Ellis al in zijn bed, waar hij direct ontdekt dat ze joods is. Dat blijkt geen bezwaar. Ze kan onbekommerd in het SD-hoofdkwartier aan het spioneren slaan.

Bij een toevallige vondst van wapens is de plek des onheils in een mum van tijd met Duitsers overspoeld, die de verzetsstrijders eerder trachten dood te slaan dan te arresteren, maar bij een liquidatie in de binnenstad waarbij veel geschoten wordt, is zelfs geen toevallige agent te zien. Na de oorlog is het voorgekomen dat Duitsers door een Duitse krijgsraad ter dood zijn veroordeeld en geëxecuteerd, maar SS-generaal Käutner, gebaseerd op Rauter, had daar niets mee van doen.

Er komt een trein in de film voor, een machtige stoomlocomotief met wagons, waarin de eerste ontmoeting tussen Rachel/Ellis en haar Duitse minnaar plaatsvindt. De film speelt evenwel ná de spoorwegstaking van september 1944, en toen vonden er alleen militaire transporten plaats. ‘Inspired by’ – houd het daar maar op.

David Barnouw is onderzoeker en voorlichter van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en auteur van onder meer De bezetting in een notendop: Alles wat je altijd wilde weten over Nederland in de Tweede Wereldoorlog (Bert Bakker , 2005)

Paul Verhoeven, Zwartboek, nu in roulatie. Gelijknamige roman bij Podium; dvd-box De vroege films van Paul Verhoeven 1959-1979’