Ik staar naar de prachtigste sportfoto van het jaar. De vrouw op de foto is ook bloedmooi. Ze staat, drie kolommen breed en in kleur, op de voorpagina van het dagblad Trouw. Shea Cowart. Een Ameri kaanse sprintster die afgelopen maandag het wereldrecord op de 200 meter op haar naam heeft geschreven. Met Shea is iets aan de hand, en dat maakt de foto des te spectaculairder. Ze heeft geen onderbenen. In plaats daarvan draagt ze indrukwekkende prothesen die lijken op kromgebogen ski’s met puntjes aan de onderkant. Ze moeten zeer verend zijn. Shea heeft het goud op de Para lym pics gewonnen in een tijd van 28,52 seconden! Die tijd die ze op twee ijzers met spikes heeft gelopen, haal ik niet eens met schoenen maat 47 waarin twee goed functioneren voeten huizen. Mijn nieuwsgierigheid is niet meer te stillen. Ik wil meer dan die foto. Ik wil alles weten van Shea Cowart. Haar zien lopen en winnen. En ook weten hoe haar trainingen verlopen. Maar de krant waarschuwt me: bij die ene foto zal het blijven. Trouw zegt geen structurele aandacht aan de Paralympics te willen besteden omdat «ver meen de zieligheid» geen reden is om aandacht aan gehandicapte sport te besteden. Ook zou de belangstelling onder lezers niet erg groot zijn. Trouw verwoordt hiermee, toegegeven in alle eerlijkheid, het standpunt van de algehele Nederlandse (sport) pers.

De discussie is aangezwengeld door vice-premier Els Borst die de publieke omroepen verleden week verweet te weinig aan de Para lympics te doen. Sindsdien is de sport- en politieke wereld te klein. Voor een aantal protesterende kamerleden hebben we hier te maken met een ondraaglijke vorm van inmenging van de overheid in de vrijheid van de programmamakers. De dictatuur is in aantocht, de vrijheid van meningsuiting wordt bedreigd, de NOS wordt RTS!

Van alle kanten neemt de woede van de validen toe. Misschien als een verkapte vorm van verdringing van reële schuldgevoelens. Tv-recensent Maarten Huygen schreef maandag in de NRC onder de kop «Genoeg paralympics»: «De paralympics zijn letterlijk ‹politiek correct› als speerpunt van de paarse politiek. De Oproep van Borst werpt een bedenkelijk licht op de nieuwe Hilversumse afhankelijkheid van Den Haag na afschaffing van de kijkgelden.» De volgende dag is Jan Blokker in de Volkskrant aan de beurt: «de politieke roep om zwetende gehandicapten verdient ons aller wantrouwen: ze willen die mensen in het aquarium hebben.»

Deze hysterische hypergevoeligheid van de validen is merkwaardig. Al die kanonschoten op een mug met één vleugel in een rolstoel zijn inderdaad niet politiek correct. Ze zijn egoïstisch, wreed en vol verachting. Ze komen van mensen die geen enkel idee hebben hoe gehandicapte sport mooi, spannend en boeiend kan zijn. Onbekend maakt onbemind is geen cliché. Ik moet uiterst politiek correct zijn dat ik het met Borst eens ben, maar dit gebrek vervult me met trots. Ik kom regelmatig gehandicapte sporters tegen. Zie ook elk jaar rolstoelwedstrijden omdat sommige atletiekverenigingen godzijdank geen onderscheid maken tussen valide en niet-valide sporters in hun wedstrijdprogramma’s. Nooit heb ik die atleten zielig gevonden. Integendeel: ze zijn moedig, voorbeeldig en zitten aan de top van hun sport. Is het zoveel gevraagd om tussen de honderden uren drek die ons dagelijks op tal van tv-stations wordt opgedist een halfuur Paralympics uit te zenden? Niet alleen uit solidariteit maar ook voor veel kijkplezier. Ben ik gek? Sta ik alleen? Ben ik politiek correct? Of is Nederland op weg een keiharde elitaire samenleving te worden?