Cookies op groene.nl

Groene.nl gebruikt cookies om het websitegebruik geanonimiseerd te analyseren en noodzakelijke functionaliteiten zoals inloggen mogelijk te maken. Groene.nl gebruikt geen cookies voor advertenties en deelt geen informatie met adverteerders of social media platformen. Meer informatie is beschikbaar in onze privacy- en cookieverklaring.

Sluiten

  • Weekblad
  • Eerdere edities
  • Zoeken
  • Abonneren
  • Agenda
  • Over De Groene
  • Mijn Groene
  • Inloggen
  • Onderzoek
  • Essay
  • Dichters & Denkers
  • Kunst & Cultuur
  • Columns
  • Het beste over
  • De Filmclub
  • Cartoons
  • Klavers
  • Webwinkel
  • Adverteren
  • Service & Bezorging
  • Archief 1877–1940

  • Weekblad
  • Abonneren
  • Mijn Groene
  • Zoeken
  • Menu
  • Extra artikelen
  • Opnieuw actueel
  • Mijn selectie
  • Leesgeschiedenis
  • Leeslijst
  • Filmclub
  • Agenda
  • Klavers
  • Nieuwsbrieven
  • Uw gegevens
  • Abonnement
  • Uitloggen

auteur

Piet de Moor

‘De oorlog steekt in mijn knoken’

De Duitse schrijver Hans Magnus Enzensberger (1929) reconstrueert in De eigenzinnigheid van Hammerstein het leven van de generaal die Hitler al vroeg de rug toekeerde. ‘Als schrijver heb je mogelijkheden die een historicus niet heeft.’

Piet de Moor, 24 oktober 2008

‘Het is allemaal echt gebeurd’

De Duits-joodse schrijver Edgar Hilsenrath vertolkt in zijn romans over de Tweede Wereldoorlog zowel het standpunt van de nazi-slachtoffers als van de nazi’s zelf. Het duurde een tijd voordat Duitsland klaar was voor zijn rauwe werk.

Piet de Moor, 3 oktober 2008

Mijn jaren met Josif Stalin

Op 5 maart 1953 overleed Josif Stalin. Vijftig jaar later zijn er bijna geen mensen meer in leven die de kleine maar wrede leider van het «socialistische kamp» hebben gekend of gesproken. Markus Wolf, de voormalige chef-spion van de DDR, is nog wel ter been. Zijn herinneringen aan Stalin.

Piet de Moor, 8 maart 2003

«Wie geen ironie inbouwt, verliest»

De Italiaanse cultuurfilosoof Claudio Magris ontvangt op 7 november in Amsterdam de Erasmusprijs. Reden: zijn essays zijn doordrongen van het besef van culturele en politieke verscheidenheid in de samenleving.

Piet de Moor, 3 november 2001

Naakte napoleon

De Franse journalist Jean-Paul Kauffmann, die zelf jarenlang werd gegijzeld, schreef een boek over Napoleon in ballingschap. ‘We denken dat we alles over Napoleon weten, maar dat is niet zo.’

Jeroen Kuijpers en Piet de Moor, 1 december 1999

Dichters & Denkers

Themapark engeland

Interview met Julian Barnes over zijn nieuwe roman Engeland, Engeland. ‘Patriottisme is een onmisbaar ingrediënt van het massatoerisme.’

Jeroen Kuypers en Piet de Moor, 27 oktober 1999

Dichters & Denkers

De kunst van de belediging

Terug naar de retorica. Dat is het devies van de Franse filosoof Frédéric Pagès die in De filosoof staat om vijf uur op uitlegt dat de essentie van de filosofie zou moeten bestaan uit het verwoorden van argumenten en niet uit een openbaring ‘die altijd aangepast is aan een bepaald soort publiek’. Pagès, medewerker van Canard Enchaîné, kritiseert Sartre die toegaf als filosoof taal en stijl te minachten. Pagès wijst op de nefaste gevolgen van Sartres standpunt: ‘Door zijn tekst af te raffelen reproduceerde Sartre de scheiding tussen filosofie en literatuur waarin zijn leermeesters hem hadden onderwezen en die tot gevolg had dat iedere filosoof die het ongeluk had een niet-academische stijl en pen te hebben, naar het literaire domein werd verwezen, zoals Diderot, Valéry, Cioran.’ Maar misschien is dat eerder een geluk dan een ongeluk? Neen, zegt Pagès, want als er een discipline is die nu juist stijl behoeft, dan is het wel de filosofie: zonder stijl is helder denken onmogelijk. Helemaal onverklaarbaar is Sartres houding niet. De filosoof streeft immers niet alleen naar inzicht en kennis, maar ook naar erkenning. Het gedrukte woord is de enige weg om vandaag de dag die waardering van de buitenwereld op brede schaal te kunnen oogsten.

Piet de Moor, 13 oktober 1999

‘identiteit is hete lucht’

‘Wanneer de sterke vader sterft, staan heel verschillende kinderen aan zijn graf.’ Een gesprek met György Konrád over zijn nieuwste boek en over de nalatenschap van het leven in een gematigde politiestaat.

Sofie Messeman en Piet de Moor, 6 oktober 1999

Dichters & Denkers

De voortreffelijke ooggetuige

IN DE OORLOG, als duizenden doden vallen, dragen de slachtoffers geen naam meer. In zijn indrukwekkende boek Kosovo: verslag van een oorlog revolteert Michel Maas, oorlogscorrespondent van de Volkskrant, tegen dat anonieme en lege gezicht van de oorlog. Het bij naam noemen van de dode slachtoffers groeit uit tot een obsessie. Hoe zou de vrouw hebben geheten van wie de verslaggever op 14 juni 1999 noteert dat ze door een Servische politieman in de rug werd geschoten, dat haar lijk zes weken aan de rand van de weg heeft gelegen, dat het daarna met benzine werd overgoten en in brand gestoken? Niemand weet het. Wat rest is een geblakerde massa, botten, een stomp ruggegraat, een hand. Het inventariseren van geuren, lichaamsdelen en voorwerpen op plaatsen waar ze niet thuishoren - lijkenlucht, lompen, matrassen, een teddybeer, een wieg - is een bezweringsformule, een surrogaat voor de onmacht die waarschijnlijk iedereen overvalt die beseft dat de poging om emoties over te brengen gedoemd is om zonder effect en vooral zonder resultaat te blijven.

Piet de Moor, 1 september 1999

De nieuwe mens

De onlangs in het Nederlands vertaalde roman Elementaire deeltjes van Michel Houellebecq, over de mens na 2000, verdeelt Frankrijk. Het einde van het cynisme, vinden voorstanders. Reactionair, vinden tegenstanders. Hoe dan ook: ‘De beschaving voelt zich door mijn roman geviseerd.’(

Sofie Messeman en Piet de Moor, 25 augustus 1999

Dichters & Denkers

Biografie van een vis

In zijn Le grand dictionnaire de cuisine noteerde de Franse schrijver Alexandre Dumas in 1873 over het voortplantingsvermogen van de kabeljauw: ‘Er is wel berekend dat, als niets de ontwikkeling van een eitje zou belemmeren, en elk eitje de status van volwassenheid zou bereiken, het slechts drie jaar zou duren voordat de zee zo vol zou zijn dat men met droge voeten de Atlantische Oceaan zou kunnen belopen, over de ruggen van de kabeljauwen.’

Piet de Moor, 18 augustus 1999

Hond op de divan

De psychoanalyticus Jeffrey Masson verdiept zich in ‘Honden houden van mensen’ in het gevoelsleven van de mensenvriend bij uitstek. Masson: ‘Honden en mensen hebben emotioneel meer met elkaar( gemeen dan we ooit hadden durven denken.’

Jeroen Kuypers en Piet de Moor, 14 juli 1999

‘ik wil mezelf maken’

‘MIJN GEBOORTESTREEK West-Vlaanderen is voor mij het land van de handen, het land van de daad, van de vaders, van de prestaties, het land waar je iets moet doen om iets te zijn, waar je maar net zo goed bent als je laatste daad, waar je moet scoren, waar je moet moeten, waar plichtsbesef heerst. Limburg, het land waar ik woon en werk, is daarentegen voor mij het land van de wangen. Het is het land van de glimlach, van de droom, van het mogen, het land waar het bestaan vanzelfsprekend is. Het land van de wangen is een land waar ik voortdurend naar op zoek ben, een plek waar ik eindelijk thuis wil komen.’

Jeroen Kuijpers en Piet de Moor, 20 januari 1999

Dichters & Denkers

De dood om elke hoek

OMDAT HANIA niet wilde eten wordt ze met haar ballon door de wind meegesleurd. Oma vergelijkt wegwaaiende zeepbellen met kinderen. Van een kleermaker die gereduceerd wordt tot zijn silhouet wordt gezegd dat de wind hem optilt tot hij hoog boven een kerk verdwijnt. Maar al dat Chagall-achtige vliegen en zweven is misschien minder onschuldig dan het lijkt wanneer je in Wilhelm Dichters roman Paard van God een van de Poolse spoorwegmannen hoort zeggen: ‘De joden kunnen alleen weg door de schoorstenen.’ Het zijn echte ‘Luftmenschen’ geworden.

Piet de Moor, 13 januari 1999

Een getto in sjanghai

‘IN DE JAREN DERTIG, voor de Japanse inval in China, was Sjanghai de stad der steden, een droomstad. Het was de stad van ondeugd en misdaad, van kolossale fortuinen en van vreselijke ellende. Rena, mijn Russische vriendin die er opgroeide, vertelde me dat je er alle dagen lijken op de stoep kon aantreffen. Toen ze eind jaren veertig naar Amerika emigreerde, was ze verrast dat er in de wereld ook steden waren waar ’s ochtends geen doden op straat opgeraapt hoefden te worden. Je kunt je haast niet voorstellen dat Sjanghai tegelijk een van de meest luxueuze en decadente plekken van het Verre Oosten was. Toen Sassoon, een van de rijkste joodse zakenmensen van Sjanghai, er zijn Cathay-hotel opende, spoedden alle beroemdheden van de hele wereld zich er heen.’

Sofie Messeman en Piet de Moor, 11 november 1998

  •  
  • Later

De Groene Amsterdammer

Onafhankelijk weekblad sinds 1877

  • home
  • deze week
  • zoeken
  • abonneren
  • donatie
  • over
  • service